Candida en Parasieten

Op een handjevol websites over Candida kwam ik af en toe wel eens een vermelding tegen over de invloed van parasieten. Maar in de literatuur die ik las en de boeken werd daar nauwlijks verder op ingegaan.
Totdat ik het boek 'Darmklachten, de epidemie van parasitaire infecties' van Saskia van As las. Een zeer verhelderend verhaald, waarin duidelijk naar voren komt dat meer dan de helft van de mensen met Candida Albican in de darm parasieten blijkt te hebben.
Candida-infecties van de darm gaan regelmatig gepaard met parasistaire infecties en hyperinsulinemie (een te hoge insulinespeigel). Dit zijn de twee belangrijkste oorzaken van overgroei van Candida.

Bij verdenking van Candida is het van groot belang dat er altijd eerst een parasietenonderzoek wordt gedaan. Parasieten kunnen worden opgespoord met de TFT (Triple Faeces Test).
Ook een parasitaire belasting kan een onderliggende oorzaak zijn voor een Candida-infectie. Wanneer er parasieten aanwezig zijn die onbehandeld blijven, zal de behandeling van een Candida-infectie niet succesvol zijn. Het is daarom van groot belang om een parasitaire belasting te laten uitsluiten. Het kan namelijk heel goed zijn dat je klachten door een parasiet worden veroorzaakt en niet door Candida. Zo is de Blastocystis hominis een gistachtige parasiet die vergelijkbare klachten geeft als candida, maar om een behandeling vraagt. Bij de belasting met de Dientamoebe fragilis zijn er veel schimmels aanwezig. Deze schimmels verdwijnen als de parasiet wordt behandeld.

Candida Albicans is bij de mens de meest voorkomende gist. In de complementaire geneeskunde spreekt men vaak over een 'Candida-syndroom'. Maar klachten die aan Candida worden toegeschreven, worden regelmatig veroorzaakt door een stijging van insuline in het bloed, overconsumptie van zetmeelrijke producten of parasitaire infecties. Candida en darmparasieten komen vaak samen voor. Daarom is het van belang om parasitair onderzoek te laten verrichten wanneer er Candida wordt gevonden.
Een Candida-infectie kan niet op basis van klachten en energetische methoden worden vastgesteld. Alleen een kweek in het laboratorium kan het verschil aantonen tussen verschillende soorten gist. Candida-infectie van vagina en huid leveren geen diagnostische problemen op. Candida-belasting van de darm kan worden opgespoord door een darmflora-analyse, die alleen in particuliere labotratoria kan worden uitgevoerd.
Het concept 'Candida-syndroom' heeft veel mensen op het spoor van een suikervrij en zetmeelarm dieet gezet. Zij zijnn zich daardoor beter gaan voelen. Lang niet iedereen heeft Candida in de darm. De helft van de mensen heeft helemaal geen gistcellen en bij slechts 10% van de onderzochten werden er grote hoeveelheden Candida gevonden in de ontlasting, maar zelfs dat is nog geen bewijs voor een invasie en hechting aan de darm.
De aanwezigheid van Candida in het bloed is een aandoening die voorkomt bij ernstig zieke mensen, die hieraan kunnen overlijden. Wanneer men gisten en schimmels in de darm aantreft, moet er in de eerste plaats worden gezocht naar darmparasieten, omdat 64% van de mensen naast Candida ook parasieten heeft. Wanneer de parasieten zijn behandeld zullen ook de gisten verdwijnen.


Bron:
As, S. van, Darmklachten, de epidemie van parsiatire infecties. Pica 3e herzien druk april 2009
Reuzenaar, A. Het heden ik kookboek. Dertiende herzien druk 2007.